Voor mijn werk als (web)redacteur bezoek ik regelmatig congressen; om op de hoogte te blijven, en om te kijken hoe anderen bepaalde zaken aanpakken. Juist rond social media heb je niets aan handboeken en dergelijke, maar is de praktijk de manier om te kijken what’s hot and what’s not.
Onlangs was ik bij een Social media congres in Amsterdam, of nog korter: #smc12 . Ik vond het boeiend om te zien hoe alles rond social media voortdurend veranderd: een jaar geleden proefde ik op het congres nog een beetje de vraag van wat is sociale media, en moeten we het wel gebruiken, wat kunnen we er mee. Nu is het voor vrijwel iedereen een vanzelfsprekendheid.
Ook is de koudwatervrees een beetje aan het verdwijnen; iedereen gebruikt het nu, maar heel veel zien het nog een beetje als noodzakelijke damage contol: hoe houden ze in de gaten wat er via social media allemaal over hun bedrijf wordt gezegd? Natuurlijk is dat belangrijk, maar door zich daar op te focussen verliezen ze uit het oog dat ze met social media veel meer kunnen: het is niet iets engs en bij voorbaat slecht voor je organisatie; in tegendeel, het kan juist een toegevoegde waarde zijn.
Duidelijk werd dat social media de manier is om je klanten beter te bereiken, en nog veel belangrijker, ze actief bij je product te betrekken. Niet meer ergens in een fabriek een product maken en het vervolgens vanuit de ivoren toren over de schutting gooien richting consument, in afwachting van hun reactie.
Een van de presentaties was van Philips; centraal stond: verdiep je in de regio’s waar je actief bent; sta open voor de plaatselijke gebruiken in plaats van vanuit het hoofdkantoor ver weg van alles te beslissen. Juist die markten kunnen totaal verschillen, bijvoorbeeld het gebruik van social media: in Japan gebruikt maar 25 % van de jongeren social media; ze gebruiken het alleen voor een kleine groep echte vrienden, en alles daarbuiten interesseert ze vrijwel niet. Dit in tegenstelling tot de rest van de westerse wereld waar 72% van de jongeren social media gebruikt en in de opkomende landen, waar dat zelfs 93% is.
Juist dat soort kennis kan je als bedrijf helpen om te bepalen hoe je die doelgroep het best kan benaderen. Een grote campagne richting jongeren via Facebook en Twitter zal in Japan een heel andere aanpak vergen dan in opkomende landen als bijvoorbeeld Brazilië of India. En ja, natuurlijk moet je zelfs bijvoorbeeld Nederlandse en Belgische consumenten heel anders tegemoet treden. Overigens wel beetje ondermijnend aan zijn uitspraak dat je je zoveel mogelijk de plaatselijke taal moet proberen te spreken was dat, alhoewel hij de presentatie wel in het Nederlands gaf, zijn presentatie op het scherm geheel in het Engels was, kleine moeite om die even naar het Nederlands om te zetten lijkt me…
Vervolg in deel 2